Ik geef niets om westerns als we over films praten. Zij kunnen een ideale achtergrond zijn voor het vertellen van een verhaal of als allegorie om een historisch fenomeen toe te lichten, maar het idee van cowboys op een paard doet mij niet verlangen een dergelijke film te zien. En toch is het juist dit decor dat veelvuldig gebruikt wordt door een van mijn favoriete schrijvers: Cormac McCarthy.
In zijn ‘grenstrilogie’ All the Pretty Horses, The Crossing en Cities of the Plain zien we het landschap van het grensgebied tussen Amerika en Mexico als het decor van zijn romans. Minutieus beschrijft Cormac McCarthy hoe overweldigend het landschap is en welk een invloed dit heeft op zijn personages. De boeken van McCarthy mogen dan lijken op western, het zouden dan westerns zijn die verfilmd worden door Fellini of Bunuel, waarbij de beelden een absurde afspiegeling zijn van wat zich van binnen bij de helden afspeelt of hoe de regisseurs hun droomwereld aan ons voorstellen. Mc Carthy verklaart dat hij niets begrijpt van literatuur die over de grote vragen gaat en verwijst daarbij naar Marcel Proust, de grote Franse romancier en prozavernieuwer. Maar net zoals bij Proust vallen omgeving, verhaal en personages samen bij Cormac McCarthy. De achtergrond van de roman vertelt ons zeer veel over de psychologie van de hoofdpersonages en de filosofie die McCarthy’s verhaallijn ondersteunt.
Cormac Mc Carthy is geen psycholoog zoals Dostojevski of Kafka en ook geen ‘overschrijder’ van grenzen zoals Nietzsche, maar het nemen van beslissingen zijn vaak beslissende en ingrijpende momenten in zijn boeken. Grenzen bereiken en vaststellen spelen een grote rol en zijn hoofdpersonages tasten de grenzen van hun persoonlijke identiteit af, de fysieke ruimte waarin zij verkeren en vragen zich in hemelsnaam af hoe hun geestelijke positie te bepalen ten opzichte van conflicterende waardesystemen.
McCarthy probeert te ontdekken hoe mensen omgaan met het wegvallen van de oude vertrouwde wereld en hoe de moderne tijd dieper in ons bestaan binnendringt. Maar hij doet dat niet door lang stil te staan bij de beweegredenen die mensen daarvoor geven of zichzelf wijs gemaakt hebben. Er is bij McCarthy niet sprake van twijfelende of ‘zielpeuterende’ personages. Veel critici verwijten hem dat hij niet geïnteresseerd is in zijn helden of werkelijk om hen geeft. Maar mijns inziens klopt dat niet: McCarthy wil gewoon tonen hoe mensen de confrontatie aangaan met een veranderende wereld die grauw en genadeloos is en vol van geweld. Door zijn nadruk op de omgeving wil hij tonen dat mensen geen keuze hebben anders dan zich aan te passen. Liefde voor zijn personages is er wel degelijk: vaak biedt McCarthy een uitweg uit benarde situaties en vinden zijn personages een bestemming in hun leven door met mensen te communiceren. Cormac McCarthy vertelt ons dat communicatie aan ons bestaan kleur verleent en een intrinsieke waarde heeft, die losstaat van religie of andere overtuigingen.
McCarthy heeft een diepgaande interesse in mythische verhalen en vormen die ons bestaan inkleuren en spreekt in zijn boeken veel over ‘jong en oud’ om ons te laten zien dat mogelijkheden om ons leven te veranderen, zeer schaars zijn. Vaak ontmoeten zijn jonge helden oudere personages die vertellen wat hen te wachten staat of trachten hen te adviseren. De ouderen in de verhalen van McCarthy hebben daden begaan, vaak bijzonder misdadig of wreed, die diep in hun natuur zitten en keuze verder uitsluiten. Zij vertellen de jongeren dat ‘verdoemde daden’ levens altijd zullen verdelen in het toen en nu. De natuur, gesymboliseerd in McCarthy’s gedetailleerde omschrijvingen van het landschap, verafschuwt schijnbaar de onschuld en naïviteit van de jongeren en wil dit vacuüm bij hen zo snel mogelijk vullen met de verhalen en afschrikwekkende ervaringen van de ouderen. McCarthy lijkt ons te zeggen dat de psychologie van personen wel belangrijk is, maar tegenover de kracht van de natuur en omstandigheden in het niet valt en ons levenspad niet kan veranderen.
Het werk van McCarthy is postmodernistisch in de zin dat hij weinig of geen informatie geeft over zijn helden en vaak de lezer geen enkele traceerbare aanwijzingen geeft. Ook lijken zijn verhalen geen doel te kennen of een werkelijk plot en is de beschrijving op zich het voornaamste. Dit sluit aan bij het postmodernisme, maar aan de andere kant kennen zijn verhaal een lineair verloop en neemt McCarthy afstand van het postmodernisme door ons voor te houden dat bepaalde ‘klassieke’ verhalen voordurend weer opduiken en zich herhalen.

In The Crossing zegt de hoofdprotagonist Billy: het licht van de wereld bestaat alleen in de ogen van de mens maar de wereld zelf beweegt zich in eeuwig duister en duister is de ware aard van de wereld. Dit duister geeft de wereld haar perfecte samenhang. Er valt niets te zien en is geheim en zwart buiten bereik van het menselijk voorstellingsvermogen.”
Veel van McCarthy’s proza verkondigt dat we niet aan het kwaad van het geweld kunnen ontsnappen. Het geweld in zijn werk is ‘heilig’ in de zin dat het altijd terugkeert en een onwrikbaar onderdeel van het bestaan is. Hoe kalm en vredig een situatie ook lijkt bij McCarthy, onderhuids dreigt altijd het geweld uit te barsten. Het is het centrale thema van All the Pretty Horses. McCarthy verwerpt de notie dat de agressieve aard van de mens ooit veranderd kan worden. McCarthy zegt zelf hierover: ‘Er bestaat geen leven zonder bloedvergieten. De idee dat de menselijke soort op een of andere manier verbeterd kan worden of dat we harmonieus kunnen leven, is een gevaarlijk idee. De eersten die dit proberen, zijn degenen die hun ziel opgeven en hun vrijheid verliezen. Het zal je tot slaaf maken en je leven nietszeggend maken.’
Het ‘heilige geweld’ valt uiteen in twee ideeën: onze liefde voor geweld en het zinloze dit te ontkennen. In All the Pretty Horses ontdekken de twee hoofdpersonages, John Grady Cole en Rawlins, bij aankomst bij La Purisma, de ranch in Mexico hoe het menselijk instinct werkt. De gemeenschap gebruikt hun komst om al hun agressie en woede te botvieren en de beide jonge mannen leren keiharde lessen. De dochter van de rancheigenaar, Alexandra, gebruikt John Grady Cole als een middel om haar tienerrebellie tegen haar vader uit te vechten. De vader, Don Hector Alfonsa is een wraakzuchtig en gewelddadige man die de beiden laat arresteren. In de gevangenis worden zij mishandeld en vernederd door andere gevangenen en zien zij hoe een onschuldige vriend wordt terechtgesteld. John Grady Cole en Rawlins begrijpen nu dat ziel niet bepaald wordt door de zoektocht naar sereniteit en vervulling, maar door het vermogen te overleven tegenover oeragressie. Rawlings bezwijkt onder druk van de gebeurtenissen en keert terug naar huis. John Grady omarmt wat hij ziet en gebruikt geweld om zich te wreken.
Het is zijn ‘mannelijke’ ethiek die hij ons voorschotelt, en een die we kennen van de Odyssees en Aeneas, die andere pijlers van mannelijke deugden. We zien bij McCarthy soortgelijke helden die via Joseph Conrad naar Hemingway en Faulkner gekomen zijn in de vorm van vaak ‘goede’ helden zoals we die kennen uit andere populaire fictie: detective- en cowboyfilms.
McCarthy bemoeit zich niet met het innerlijke van zijn helden, maar dat betekent niet dat zijn werk geen psychologische of filosofische elementen bevat. Cormac McCarthy is een atheïst naar eigen zeggen, maar heeft een grondige katholieke opvoeding genoten. In zijn werk, zeker in de latere periode, zien we veel verwijzingen naar religiositeit In The Road wordt de lezer geconfronteerd met een verhandeling over moraal en moraliteit. The Road schildert een wereld na een ramp van apocalyptische proporties en een man en zijn zoon proberen te overleven in deze wereld. De eerste woorden in deze roman zijn: ‘If he is not the word of God God never spoke.’ De vader refereert aan zijn zoon die het woord van God kan zijn, en wanneer hij dat niet is, dan bestaat God niet. In het Boek van Genesis wordt God voorgesteld als een God die schept wanneer hij spreekt. De uitspraak van de man veronderstelt dat zijn zoon het werk van God is of we hebben te maken met een goddeloos universum.
Een ander Bijbelse referentie is het thema van verlossing en redding. Een aantal keren in de roman worden de vader en zoon gered en McCarthy suggereert daarbij dat er sprake is van ‘goddelijk ingrijpen’. Maar zoals vaak bij Mc Carthy, blijft het bij aanwijzingen en nemen de zaken weer hun ‘normale’ gang. Wanneer zij een verlaten zeilboot vinden, draagt deze de naam ‘Pajaro de Esperanza’, dat ‘vogel van hoop’ betekent. De vogel van de hoop is de duif die in het Oude Testament met een olijvenblad aankondigt tegenover Noah dat de vloed aan het terugtrekken is. In het verhaal van McCarthy komt deze boot uit Tenerife, Spanje, en daarmee weet de lezer dat de beschreven ramp in zijn boek de hele wereld heeft getroffen.
De vader vertelt zijn zoon ‘dat hij de drager van vuur is’. Een verdere verwijzing naar de Evangeliën en ook de Griekse mythologie. In The Road speelt vuur een vernietigende rol, maar vuur is ook een cruciaal element voor het ontstaan van de beschaving. Daarnaast is vuur gewoon noodzaak voor de hoofdpersonages om te overleven: het houdt hen warm en zij kunnen ermee koken. Zij kunnen ’s avonds kaarten en bijvoorbeeld ook de kaart lezen. En als dragers van het vuur hebben zij de kiemen van beschaving in zich. De gespletenheid die ze voelen bij vuur, lijkt op het verhaal van Prometheus: hij stal het vuur van Zeus en gaf het aan de mensheid. Als straf voor de diefstal wordt Prometheus aan een rots gebonden en eet een arend iedere dag zijn lever op. In The Road is er alom sprake van kannibalisme en dit bedreigt ook de hoofdpersonages. Bij Prometheus groeit de lever weer aan. Zowel Prometheus als de vader en zoon dragen het vuur, willen niet opgeven, maar worden daarvoor gestraft door constant in gevaar te zijn en te lijden. Wanneer de vader sterft, vertelt hij zijn zoon dat hij de enige is die het vuur draagt en door moet gaan. Hier toont McCarthy zich barmhartig tegenover zijn personages: er is hoop en er is de wil door te gaan in een verwoeste wereld. Er is uitzicht op lotsverbetering. De zoon is ‘de goede’ in het verhaal te midden van kannibalisme, verwoesting en uitzichtloosheid.
Als de psychologie van zijn helden ‘vastgeklonken’ is en bepaald door de terugkerende motieven in het leven, waarom is Cormac McCarthy dan toch zo’n eindeloos fascinerende en boeiende schrijver? En waarom boeit de ‘western’ dan toch als achtergrond?
Hij is een briljante en innovatieve schrijver die geen vervelende zin kan schrijven. En dit ondanks vaak de ‘kaalheid’ van zijn taal en de beknoptheid. McCarthy slaagt er iedere keer weer in een verhaal anders te vertellen en het geheel in een nieuwe vorm te gieten. Het treft de lezer vaak als een beschrijving van dromen. Zijn werk lijkt op wat Freud hierover zegt: ‘Een droom denkt niet, berekent niet en oordeelt niet; het geeft zaken louter een nieuwe vorm.’ McCarthy’s boeken zijn te lezen als dromen en die zijn als het leven, maar dan minder constant. Zij vatten het leven anders samen, zij rangschikken de informatie voortdurend op een andere wijze.
McCarthy zegt dat hij de literatuur van Marcel Proust en Henry James niet begrijpt, omdat zij niet over ‘zaken van leven en dood gaan’. McCarthy realiseert zich niet dat de helden uit de boeken van deze auteurs wel degelijk levensbepalende keuzes maken en dat hij in zijn eigen proza heel vaak uitvoerig stilstaat bij de beslissingen van zijn protagonisten. Beslissingen die hun leven blijven beïnvloeden. Uit het werk van McCarthy doemt het beeld op dat ’bureaucratieën en systemen’ veel meer voor ons beslissen dan wij zelf doen, maar op het moment dat deze organisaties terugdeinzen en het individu de vrijheid krijgt een besluit te nemen, besteedt McCarthy hier veel aandacht aan. In dat opzicht is hij wel degelijk geïnteresseerd in onze drijfveren.
Zijn proza, spaarzaam als het is, staat bol van suggestie en ‘vloeit’ over de pagina. Hij gebruikt vaak adjectieven en zelfstandige naamwoorden als een soort werkwoorden, verbindt zelfstandige naamwoorden met andere ongebruikelijke werkwoorden. Zij zijn dialogen vaak ‘fatisch’, puur gericht op het in stand houden van contact in plaats van op informatieoverdracht, de natuur- en landschapbeschrijvingen zijn stilistisch van grote schoonheid en zeer gedetailleerd.
McCarthy gebruikt nauwelijks interpunctie of past die op zijn volstrekt eigen wijze toe. Bij de dialogen gebruikt hij weinig aanhalingstekens, waardoor de overgang van ‘telling’ naar ‘showing’, een techniek uit de filmwereld, heel soepel verloopt. Dit geeft het proza van McCarthy een grote verbeeldingskracht en maakt het voor de lezer zeer levendig. Hij kan zich heel goed verplaatsen in wat er gebeurt, ondanks de schaarse informatie en de weinige aanwijzingen die de helden in het boek geven. De overweldigende schoonheid van de natuurbeschrijvingen vergroten de visuele kracht van McCarthy’s proza. Net zoals Joseph Conrad, verhoogt McCarthy de spanning in zijn verhalen door de lezer midden in de loop van de gebeurtenissen te plaatsen en dan te vertragen. Door opzettelijk witte regels te gebruiken, krijgt de lezer als het ware een moment ‘toegeschoven’ om zelf die leegte in te vullen.
Cormac McCarthy is de auteur van een reeks beklemmende en donkere romans die tot de klassieken van de Engelstalige literatuur behoren. Wellicht is hij samen met Philip Roth Amerika’s grootste levende schrijver. Zijn proza heeft de Engels taal verrijkt en kenmerkt zich door ongeëvenaarde diepte en schoonheid. Zijn helden zijn zwervers in het woeste en genadeloze decor van de western, vechtend voor het naakte bestaan en behept met een oerinstinct dat nog een vleugje goedheid kent. De western is dan toch het mooiste genre, dankzij Cormac McCarthy.
0