Joop den Uyl: politieke en intellectuele reus

Joop den Uyl

In deze verkiezingstijd denk ik vaak aan de man die ik zie als mijn inspirator achter mijn politieke ideeën en overtuigingen. Ik ben lid van de Partij van de Arbeid (PvdA) en beschouw mijzelf als een sociaal-democraat in de klassieke zin. Nog altijd sta ik volledig achter de uitgangspunten van de sociaal-democratie, nu in deze troebele tijden in Europe zelfs nog gepassioneerder dan vroeger.

De PvdA wordt opgericht in februari 1946, net na de Tweede Wereldoorlog en komt voort uit de Nederlandse Volksbeweging (NVB). De NVB  is zelf in 1945 opgericht door een deel van de politieke elite dat door de Duitse bezetter was geïnterneerd in St.-Michielsgestel. Zij doet een appel aan alle Nederlanders, al dan niet politiek georganiseerd, om een ‘vernieuwd’ socialisme op te bouwen. Maar niet socialisme gebaseerd op klassenstrijd, maar op geestelijke vernieuwing die gevoed moet worden ‘uit de levende bronnen van het Christendom en het humanisme’. Het moet een ‘personalistisch socialisme’ worden. Ondanks de verwijzing naar het Christendom, mag godsdienst net zo min als de klassenstrijd de basis zijn voor een nieuwe politieke beweging. Je zou kunnen zeggen dat ‘maatschappijbeschouwing’ belangrijker is dan levensbeschouwing. De enige scheidslijn van betekenis is die tussen progressieve en behoudende politieke ideeën.

De PvdA is dus veel meer dan alleen de opvolger van de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP), hoewel ze organisatorisch nog sterk lijkt op de SDAP. De PvdA wil meer zijn dan alleen een sociaal-democratische partij. Tijdens haar oprichtingscongres in 1946 noemt zij zichzelf een ‘doorbraakpartij’. ‘Doorbraak’ staat voor het doorbreken van het bestaande partijstelsel met zijn ‘natuurlijke’ machtspositie voor de confessionele partijen. Die moet verwezenlijkt worden met het bedenken van een politiek programma dat alle ideologieën, religies en wereldbeschouwingen  overstijgt

Nederland is in 1946 een land dat verdeeld is door religieuze scheidslijnen en de overeenkomstige gemeenschappen leven ieder in hun eigen ‘zuil’. Dit maatschappelijke model staat dan ook bekend als ‘de verzuiling’.  De katholieken hebben hun eigen politieke organisaties, scholen en verenigingen, net zozeer als de protestanten. De PvdA wil deze lijnen tussen de gemeenschappen ‘uitwissen’ en mensen verenigen achter een programma van progressieve ideeën:

  • gelijke kansen voor iedereen
  • gelijke toegang tot onderwijs voor mensen uit alle sociale klassen
  • goede en betaalbare gezondheidszorg voor allen
  • een sociaal verzorgingsstelsel ter bescherming tegen armoede en verval
  • volledige gelijkheid van man en vrouw
  • volledig scheiding van kerk en staat

Cultureel en intellectueel wil de PvdA de arbeidersklasse ‘emanciperen’, opdat hun leven een hogere intrinsieke waarde krijgt en mensen zich kleurrijker en creatiever kunnen ontwikkelen. De achterliggende gedachte is dat goed opgeleide en cultureel onderlegde mensen gezonder en gelukkiger zijn en conflicten op een vreedzame wijze oplossen. Onderwijs is de sleutel tot een beter en langer leven! Zoals de PvdA dat ziet, moet de staat een actieve rol spelen om mensen gelijke kansen te verschaffen en garanderen dat zij toegang krijgen tot die bronnen voor de verwezenlijking van hun levenswensen. De belichaming van de idee van de ‘positieve vrijheid’ zoals dat omschreven is door de politieke filosoof Isaiah Berlin.

De PvdA beschouwt zichzelf niet als een socialistische partij, maar als een progressieve partij voor alle mensen die zich tot progressieve ideeën aangetrokken voelen. En hoewel socialisme en communisme beide kinderen van de Verlichting zijn en tot dezelfde politieke familie behoren, is de PvdA fel anticommunistisch. Zij wil een rechtvaardige maatschappij vestigen langs democratische weg. De belangrijkste principes van een dergelijke maatschappij zijn gelijkheid en solidariteit, uitgedrukt in de roos uit het partijlogo.

De PvdA heeft als doelstelling een sociale vrijemarkteconomie zoals die later in de jaren vijftig in Duitsland onder regie van Ludwig Erhard gerealiseerd zou worden. Zodoende omarmt de PvdA het kapitalisme als de manier de economie te organiseren. Zij is fel gekant tegen autoritaire onmenselijke marxistisch-leninistische variant van het socialisme die de Sovjetunie voorstaat.

In de jaren vijftig van de vorige eeuw krijgt de PvdA een nieuwe leider: Joop den Uyl. Hij is een man met een diep religieuze achtergrond, zijn familie behoort tot een streng-gereformeerde stroming binnen het protestantisme. Hij studeert economie aan de universiteit van Amsterdam en ontvangt zijn bul in 1939. Tijdens de oorlog komt hij in contact met de ondergrondse verzetspers en begint voor hen te schrijven. Den Uyl verliest zijn geloof als hij zich geconfronteerd ziet met de verschrikkingen en de gruwelijke misdaden van het nazisme tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij zegt daarover: ”Na Auschwitz geloof ik niet langer dat er een God is. Geen God had dergelijke misdaden van zo’n omvang toegestaan en zou ingegrepen hebben.” Hij voegt er aan toe dat Jezus, God’s eigen zoon, een jood is, en hoe kan God nu toestaan dat de joden uitgemoord worden. Vanaf dat moment is Den Uyl een overtuigd sociaal-democraat.

In 1949 wordt Den Uyl directeur van het wetenschappelijke bureau van de PvdA, de Wiardi Beckmann Stichting. Zij is verantwoordelijk voor het formuleren van de politieke doelstellingen van de partij. Zijn werkelijke politieke carrière begint wanneer hij in 1953 namens de PvdA lid wordt van de Amsterdamse gemeenteraad. In 1956 wordt hij lid van de Tweede Kamer. In jaren zestig bekleedt hij ministerposten in verschillende kabinetten. En dan is hij tussen 1973 en 1977 premier.

Dat kabinet zal de geschiedenis ingaan als ‘de verbeelding aan de macht’. Het wil een nieuwe maatschappij opbouwen waarin alle progressieve en culturele idealen van de PvdA, zoals Den Uyl ze begrijpt, gerealiseerd dienen te worden. De nadruk moet liggen op menselijke waarden, en niet louter op economische doelstellingen. Het onderwijs moet kinderen uit lagere sociale klassen gelijke toegang garanderen tot hoger onderwijs en zodoende de achterstandspositie van deze kinderen uitvlakken. Gehandicapten moeten zelfstandig kunnen wonen. Werknemers moeten aandeelhouders kunnen worden in de ondernemingen waarvoor zij werken en delen in de winst. Den Uyl wil het gat tussen rijk en arm zo ver mogelijk verkleinen. De kunst ontvangt ruimhartige subsidies om ‘gewone mensen’ in staat te stellen theaters en musea te bezoeken en hen uit te nodigen meer te lezen. Inspiratie voor dit alles vormt het aloude sociaal-democratische ideaal van de ‘geestelijke verheffing van de arbeider’.

Tijdens deze jaren formuleert Den Uyl het adagium van zijn kabinet als volgt: ”het uiteindelijke doel van ons beleid is de spreiding van kennis, macht en inkomen.”. De klassieke formule van de sociaal-democratie. En ik geloof hier nog vurig in!

Natuurlijk bedoelt Den Uyl met gelijkheid niet dat alle mensen gelijk moeten zijn. Dat kan ook helemaal niet en moet ook vooral niet! Mensen zijn niet gelijk en moeten nooit gelijk zijn. Mensen hebben uiteenlopende talenten en wensen. Het druist tegen de menselijke natuur in en elke poging dit toch te bewerkstelligen, leidt tot terreur en gruwelijke misstanden. Nee, gelijkheid betekent gelijke kansen voor iedereen. Geen maatschappij kan het zich veroorloven talent mis te lopen omdat zij bepaalde groepen uitsluit of niet genoeg kansen verschaft zich te ontplooien. De schadelijke gevolgen van minder gelijkheid zijn op langere termijn niet te overzien. Alle mensen moeten uitzicht hebben en behouden op een beter leven. Meer gelijkheid betekent meer harmonie in een samenleving en maakt haar vitaler.

Het kabinet Den Uyl valt uiteindelijk roemloos over de grondpolitiek en ziet zijn idealen verdampen. Al eerder moeten er serieuze bezuinigingsmaatregelen genomen worden vanwege de zware economische crisis die Europa treft in de jaren zeventig.

Het is moeilijk te oordelen over Den Uyls markante complexe persoonlijkheid. Zonder enige twijfel kan men zijn stijl en politiek leiderschap bekritiseren. Den Uyl is vaak te emotioneel betrokken en zijn persoonlijke voorkeuren beïnvloeden zijn politieke beoordelingsvermogen op negatieve wijze.  Een premier dient het land te verenigen, daar geloof ik zeker in, en Den Uyl polariseert te veel. Bijna obsessief poogt hij zijn politieke ideeën door te drukken en heeft weinig begrip voor de vaak plausibele argumenten die zijn politieke tegenstanders aanvoeren. Bekend zijn de verhalen over de kabinetsvergaderingen die hij voorzit, dat deze wel dagen kunnen duren! Omdat Den Uyl eindeloos probeert zijn collega’s in het kabinet te overtuigen van zijn gelijk en de juistheid van zijn plannen.  En hij is daarbij vaak drammerig en irriteert anderen met zijn ‘eeuwige en repeterende’ pleidooien voor zijn beleidspunten, terwijl hij hun argumenten blijft negeren.

Maar vriend en vijand zijn het erover eens dat hij een man is van een formidabel intellectueel en politiek statuur. Een uitzonderlijke combinatie…Veel politici zijn louter geïnteresseerd in macht. Nu keur ik dat niet af, het streven naar macht is toch een voorwaarde om tot politieke besluitvorming te komen. Maar de huidige ideeënarmoede die we zien bij veel sociaal-democratische partijen, is een doorn in het oog. En ideeën heeft Den Uyl te over.  En Den Uyl is een eerlijk en goed mens. Ik begrijp dat ik me nu op glad ijs begeef, maar ik geloof dat echt. Den Uyl denkt vanuit een oprecht en gepassioneerd  engagement om mensen in achterstandsposities uitzicht te bieden op een betere toekomst.  Daarnaast is hij een democraat in hart en nieren en verdedigt hij het democratische bestel te vuur en te zwaard. Politiek draait bij hem om de kleine marges.

Zijn uitzonderlijke geest waart nog altijd over de Nederlandse politiek en samenleving. En zijn geest zou het politieke debat in Nederland weer nieuw leven moeten inblazen. Zijn ideeën over gelijkheid en solidariteit moeten de mensen weer prikkelen. Hij zal mij blijvend inspireren na te denken over de inrichting van onze maatschappij. En dat vanuit een positieve benadering! Ik geloof nog altijd in vooruitgang en progressieve ideeën hebben de toekomst. Joop den Uyl belichaamt voor mij dat geloof.

De PvdA bestaat nog steeds, maar is geen schim meer van de partij die zij was onder Den Uyl. Ik ben slapend lid van deze uitgebluste partij. En ik ben nog een van de weinige leden…Ik weet wel dat ik nu overdrijf, maar de PvdA heeft het neo-liberalisme en het ongebreidelde geloof in de vrije markt volledig omarmd. Het neo-liberalisme is nu al 30 jaar dominant in de politieke arena en heeft mijns inziens al zo veel kapotgemaakt. Politiek gaat alleen nog over ‘economische efficientie’ of ‘kosten terugdringen’ of ‘een strakke begroting’. In een woord: economie. De ongelijkheid groeit in Nederland en ik ben ervan overtuigd dat ook de hele migranten- en vluchtelingendiscussie hier meer mee te maken heeft dan velen denken. Uiteindelijk zorgt een grotere kansengelijkheid voor perspectief voor mensen. Maar deze discussie moeten we maar een andere keer voeren.

De verkiezingen staan voor de deur en de PvdA staat er beroerd voor. Ik heb het gevoel dat zij haar laatste verkiezingen tegemoet gaat. Wederom overdreven gesteld waarschijnlijk, maar zo voel ik dat. De PvdA zoals zij nu is, zal ik niet missen. Maar wel is het bijzonder treurig als de partij van Joop den Uyl verdwijnt.

 

 

0

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Translate »
%d bloggers liken dit: