Arno Geiger: het leven kan mooi en goed zijn, ook als het tot niets leidt

Arno Geiger

De Oostenrijkse schrijver Arno Geiger (1968, Bregenz) beschikt mijns inziens over veel moed. Hij durft te schrijven over alledaagse thema’s en schuwt ook niet mensen te beschrijven die op het oog weinig interessant zijn. In Selbstporträt mit Flusspferd schildert hij het saaie, aan gebeurtenissen arme leven van de 22-jarige Julian. De aankondiging van een dergelijke hoofdpersoon doet vermoeden dat Geiger een Bildungsroman wil schrijven, maar de lezer heeft geenszins het idee dat het hoofdpersonage ook maar enige ontwikkeling doormaakt. Maar Geiger beoogt te beschrijven dat de alledaagsheid van ons bestaan ons altijd weer voor uitdagingen stelt en de ‘gevangenheid’ in alledaagse situaties lijkt voor de meeste mensen onontkoombaar. Hoe gaan we met de saaiheid van het bestaan om, waarnaar moeten we streven?

De typeringen van Arno Geiger, om de lezer te tonen hoe onbetekenend het leven van Julian lijkt, zijn treffend en herkenbaar. Geiger daalt echter af naar het niveau van de lezer en stelt met hem de vraag naar wat Julian drijft. En Geiger lijkt geruststellend te zeggen dat het leven van Julian wel degelijk betekenisvol is, indien we accepteren dat veel van de betekenis van het leven zit in de gedachten die we ons vormen over de situaties waarin we iedere dag terechtkomen. Het leven behoeft geen intrinsiek doel, een ‘ontwikkeling’ is niet noodzakelijk, als het bewustzijn niet door deze vragen gekweld wordt. Het omgaan met dagelijkse situaties is spannend genoeg.

Is de hoofdpersoon dan een leeghoofd? Wil Geiger iets zeggen over een verwende generatie? Naar mijn mening niet, Arno Geiger is geen uitgesproken maatschappelijk geëngageerde schrijver. Niet dat hij de realiteit niet betrekt in zijn werk, in Selbstporträt haalt hij een aantal ontwikkelingen uit het nieuws aan om het contrast te tonen met Julians beschermde ‘burgerlijke’ leventje, waarin ogenschijnlijk niets gebeurt, terwijl in de realiteit de (vaak gruwelijke) gebeurtenissen zich aan elkaar rijgen. Geiger veroordeelt evenmin het milieu waaruit Julian voortkomt. Het is een portret van een generatie die niet al te grote materiële problemen kent, zich matig interesseert voor de ‘essentiële levensvragen’ en een redelijk comfortabel bestaan geniet. Julian denkt na over wat er gebeurt in de wereld, maar de kloof met zijn eigen wereld is te groot. Julian staat niet onverschillig tegenover de wereld, maar de gruwelijke feiten uit het nieuws bepalen zijn bewustzijn niet en roepen geen zichtbare angst bij hem op. Het nieuws maakt hem onrustig, maar de zaken die hem in zijn eigen leven bezighouden, doen hem pendelen tussen lethargie, berusting en tijdelijke opwinding. Tijdelijk, omdat de alledaagse beslommeringen weer alle aandacht opeisen. Geiger houdt afstand tot zijn personage, maar staat niet boven hem. Die literaire werkwijze maakt van Julian een boeiend en levensecht personage waardoor de roman, die beoogt saaiheid te beschrijven, zeer lezenswaardig is. Juist het treffende van de beschrijving van de saaiheid zuigt de lezer het boek in. Doelloosheid van het leven bestaat niet, lijkt Geiger te vertellen, de ervaring van het bestaan is wat telt.

In Alles über Sally grijpt Geiger terug op een literair genre dat zijn hoogtijdagen kende in de negentiende en begin twintigste eeuw: de roman over het opbreken van een huwelijk en de strijd die daaruit voortvloeit met de zeden van de tijd. Maar onze tijd kenmerkt zich door het onbegrensde scala aan communicatieve en narratieve mogelijkheden. Of toch niet? Wat kan er nu vanuit literair oogpunt nog boeiend zijn aan het beschrijven van een huwelijk dat op springen staat? Immers, een op de drie huwelijken strandt in de meeste Europese landen. En in traditioneel katholieke landen, waartoe Oostenrijk ook behoort, ligt de scheidingsratio nog hoger. Maar Geiger bekijkt de moderne huwelijksproblematiek vanuit een ander oogpunt: wat houdt Sally en haar partner Alfred bij elkaar in een tijd waar uit elkaar gaan de normaalste zaak van de wereld is? Daarnaast is Sally degene die met haar overspeligheid het huwelijk ‘in gevaar’ brengt en we kijken door haar ogen naar haar partner. Geiger kijkt als mannelijk auteur naar de keuzes die de 52-jarige Sally heeft op het gebied van relaties en erotiek. Zij is levenslustig en wil nog altijd dingen ontdekken, terwijl bij Alfred meer sprake is van routine en berusting.

Daarmee is niet gezegd dat Sally en Alfred niet van elkaar houden. Geiger toont in vele situaties dat de liefde nog altijd aanwezig is, en wanneer zij van het toneel verdwijnt, blazen sommige situaties haar weer nieuw leven in. De roman wordt met name verteld vanuit het oogpunt van Sally en in een mengeling van zelfgesprek en een persoonlijke vertellen schildert zij hoe haar echtgenoot optreedt en omgaat met haar erotische uitstapjes en vreemdgaan. Haar beeld van haar man is vaak niet vleiend. Zij ergert zich aan sommige van zijn gewoonten en gebrek aan initiatief. Maar aan de andere kant bekommert zij zich liefdevol om de kinderen en doet het huishouden. Zij ziet haar weerbarstigheid en nieuwsgierigheid niet als middelen om haar man van zich af te schudden, maar meer als pogingen haar man te prikkelen. Ondanks haar affaires wil zij bij Alfred blijven. Geiger volgt vele voorbeelden zoals Anna Karenina van Tolstoj, Effi Briest van Theodor Fontane en Madame Bovary van Gustave Flaubert. De laatste wordt vaak gezien als de schepper van de moderne roman. Maar anders dan bij deze auteurs betaalt Sally niet voor haar ontrouw met verlies in sociale achting of zelfs met haar leven. Daarnaast is zij niet de twijfelaar die Anna Karenina en Madame Bovary zijn: Sally staat midden in het leven, gelooft in wat zij doet en maakt geen diepgaande bespiegelingen over haar keuzes en daden. Alfred is degene die over de meeste empathie beschikt. In dat opzicht is deze roman ook anders dan zijn grote voorgangers: de man lijkt beter te overzien wat de gevolgen zijn van een echtbreuk en redeneert in het belang van beide partners. Geiger verwisselt niet de traditionele rolpatronen, hij toont dat man en vrouw niet van nature een bepaalde rol vervullen en dat zij onafhankelijk van de sekse zijn.

Arno Geiger is een talentvolle observator van de alledaagse problemen in de moderne maatschappij. Een werkwijze die bij veel literatoren hoon oproept. Natuurlijk mag literatuur niet louter onderhoudend zijn, maar ook niet alleen hoogdravend of getuigen van een ‘hoger cultuurbesef’. Schrijven is ook het aftasten van de eigen gevoelens en stemmingen en bepalen hoe men zelf staat tegenover maatschappelijke verschijnselen. En Arno Geiger komt daarbij tot nieuwe inzichten of andere wegen om met problemen om te gaan die de menselijke waardigheid betreffen.

Zo ook in zijn indrukwekkende roman Der alte König in seinem Exil (2012). Deze roman gaat over de vader van de schrijver, August Geiger, en beschrijft de dementie van zijn vader. Een brisant thema en wederom toont Arno Geiger daarmee literaire moed. Sommigen zullen zeggen dat het juist makkelijk is en een vorm van winstbejag om een dergelijk actueel thema te kiezen. Het vervallen in sentimentele karakteriseringen ligt op de loer. En vele critici hebben juist dat Geiger verweten: zo zou de roman bedoeld zijn af te rekenen met de vader, die slechts in demente toestand enigszins tot een van zijn zonen komt.

vader en zoon Geiger

Geiger weet echter alle valkuilen en clichés te omzeilen. De roman schildert een portret van een man die in zijn dementie nog altijd levensvreugde uitstraalt en zelfs tot nieuwe ontdekkingen komt. De zoon gaat mee in de verstoorde gedachtewereld van zijn vader, stelt zich op alsof hij niets weet van de familiegeschiedenis en accepteert de ziekte van zijn vader. Door de vader de indruk te geven dat ze samen op zoek zijn naar ’thuis’, ontstaat tussen vader en zoon een waardevolle en liefdevolle dialoog, zelfs wanneer de vader steeds verder in een schemertoestand afglijdt. Alzheimerpatiënten ervaren vaak dat zij geen thuis meer hebben en de scènes waarin Geiger dit beschrijft, zijn tegelijkertijd beklemmend en ontroerend.  De vader is oostfrontveteraan en geraakt in Russisch krijgsgevangenschap aan het einde van de oorlog. De gruwelijke oorlogservaringen en de verschrikkingen in krijgsgevangenschap komen regelmatig bij de demente vader bovendrijven en Arno Geiger voelt dat de angst die zijn vader voelt, echt is en niet voorkomt uit zijn door de dementie gestuurde fantasie. De zoon begrijpt dat de vader een thuis zoekt om zich te beschermen tegen deze angst. Vanaf dat moment opent de geest van de zoon zich voor de vertroebelde geest van de vader en ontstaat wederzijds begrip. Geiger vervalt geen moment in sentiment, zijn proza is hier zuiver van toon en precies.

Vaak hoort men dat alzheimerpatiënten van karakter veranderen en nare mensen worden. Geigers vader toont, zelfs als hij zijn kinderen niet meer herkent, dat hij veel zijn kinderen houdt. Op de vraag ‘Pa, hou je van mij?’, antwoordt de vader: ‘Nee, niet van jou, maar wel heel veel van mijn eigen kinderen.’ Dit komt hard aan bij de zoon, maar als je afstand doet van je eigen denkpatronen en tracht onbevooroordeeld te kijken naar wat de demente zegt, kun je tot verrassende en verblijdende inzichten komen. De omgeving van Geigers vader behandelt hem als een gelijke en geeft hem de ruimte zich te blijven ontwikkelen als persoon. De roman belicht veel meer het innerlijke van de dementerende vader dan stil te staan bij de pijnlijke situaties die de dementie van een geliefde persoon oproept voor de naaste familie. Net zoals in zijn andere romans staat Geiger naast zijn romanpersonages en benadert hij hen zonder vooroordeel.

Arno Geiger beschouw ik als een van de voornaamste Duitstalige auteurs van deze tijd. Zijn werkwijze is een soort van ‘literaire fenomenologie’: beschrijven wat men ziet, in gesprek gaan met de personages uit het boek en niet uitgaan van bepaalde veronderstellingen bij deze beschrijving. De schrijver is niet alleswetend, maar stelt zich op als iemand die niets van zijn hoofdpersonages weet. Daarmee opent Geiger voor de lezer een onbekende wereld en belicht hij minder verkende kanten van de realiteit, die in Geigers ‘glanzend’ proza voor hoogstaande literatuur zorgen. Zijn werk kenmerkt zich door een milde blik op wat mensen drijft en verlangt van mensen ook geen hoogdravende ambities. Dit klinkt triviaal, maar Arno Geigers boeken zijn een eerbetoon aan de oneindige complexiteit van de alledaagse menselijke wereld, zonder daarbij te willen zoeken naar vaste constanten in die wereld. Een leven zonder ‘doel’ kan toch een uniek en waardevol leven zijn.

 

 

1

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Translate »
%d bloggers liken dit: