Joseph Conrads Heart Of Darkness is een meesterlijk verwoorde en bijtende aanklacht tegen het Europese superioriteitsdenken en kolonialisme. Nu is Conrad zelf meermalen beschuldigd van racisme en een neerbuigende houding tegenover de Afrikanen en zou hij zich bedienen van racistisch getinte denkbeelden en stereotypen. Hoe dan ook, Heart Of Darkness fileert tot op het bot het handelen van ‘de blanke man’, in de beschrijving van de Belgische koloniale politiek van koning Leopold, en dat in prachtig poëtisch taalgebruik. Maar het boek is vooral een onderzoek naar het volledige echec van een man, de Belgische ivoorhandelaar Walter Kurtz, en hoe zijn dierlijke instincten bezit van hem nemen als het flinterdunne pantser van de beschaving verdwijnt. Kurtz is tragisch genoeg een man met aanvankelijk nobele ideeën over de geestelijke verheffing van inheemse volkeren. Hij glijdt echter af tot een karikatuur van zichzelf en verwordt tot een despoot die een ivoorimperium opbouwt en zich door de inlanders als een god laat vereren. Conrad tekent de onpeilbare duisternis van de menselijke ziel wanneer volledig teruggeworpen op zichzelf. Heart Of Darkness is een tijdloze parabel over het conflict tussen de rationele mens en zijn instincten, die zich een uitweg banen zodra daartoe zich een mogelijkheid voordoet. Als Kurtz tijdens zijn doodsstrijd zichzelf aanschouwt en zijn wereld als een kaartenhuis in elkaar stort, stamelt hij in uiterste ontzetting: ‘The horror!, the horror!’
Het beeld van de stervende Kurtz die deze woorden tijdens zijn laatste adem uitspreekt, is onsterfelijk geworden door Francis Ford Coppola’s Apocalypse Now. En talloze malen geparodieerd en verwerkt in andere media-uitingen, een bewijs daarvan hoe sterk dit beeld in ons collectief cultureel geheugen is opgenomen. Apocalypse Now ontleent een aantal belangrijke motieven aan Conrads verhaal en toont ons nu Walter Kurtz als een compleet ontspoorde Amerikaanse kolonel tijdens de Vietnamoorlog die zich in de binnenlanden van Cambodja laat vereren door de inlanders en zijn troepen de waanzinnigste bevelen geeft. Een kapitein in het Amerikaanse leger en specialist in geheime opdrachten, Ben Willard, krijgt de opdracht de kolonel te zoeken en hem uit te schakelen. Net zoals in Heart Of Darkness zien we een reis over een rivier naar het diepste en donkerste gedeelte van de jungle. We volgen de zoektocht van Willard naar Kurtz, maar de rivier is vooral een afspiegeling van Willards innerlijke in een poging te begrijpen waarmee hij te maken heeft. De rivier is zijn bewustzijn en de toenemende mist en duisternis naarmate Willard verder de rivier afzakt, wijzen op zijn onwetendheid en onzekerheid wat te doen wanneer hij Kurtz gaat treffen.

Apocalypse Now kent een gecompliceerde ontstaansgeschiedenis, die voortreffelijk gedocumenteerd is in Heart of Darkness A Filmmaker’s Apocalypse. De opnames beginnen in 1976, in de Filippijnen, vanwege de gelijkenis met de jungle in Vietnam, de relatief lage productiekosten en de beschikbaarheid van oorlogsmaterieel voor de film door de goede relaties tussen Amerika en de Filippijnen. Al snel lopen de problemen hoog op, de corruptie van de Filippijnse autoriteiten, de hitte en moeilijke omstandigheden waarmee de crew te maken krijgt en onvoorziene weersomstandigheden vertragen het opnameproces. Maar met name Coppola’s twijfels wat te doen met het script en de casting voor de rol van Willard bemoeilijken de opnames. En natuurlijk legendarisch is ook het gedrag van Marlon Brando, die de rol van Kurtz moet spelen. Eerst eist hij veel geld vooraf en komt dan vervolgens niet opdagen. En als hij eindelijk komt, blijkt hij veel te zwaar te zijn. In ieder geval is zijn fysieke gesteldheid zo dat niemand gelooft dat hij een kolonel van de Special Forces moet vertolken. Alsof dat alles nog niet genoeg is, spreekt Brando zijn minachting uit over het script en werkt enorm tegen.
In zijn autobiografie suggereert Brando dat hij Coppola aanbood ‘even’ het script te bekijken om te zien of hij nog toe te voegen had. En uiteraard, Brando’s ‘bescheiden’ opmerkingen blijken later te leiden tot de beroemdste en meest gewaardeerde fragmenten in de film. Schromelijke overdrijving en zelfoverschatting die we van hem kennen. In de film ziet men bijna uitsluitend alleen zijn gezicht en wanneer het nodig is om hem helemaal te tonen, is het beeld vertroebeld en donker en blijft de camera op afstand. Dit draagt alleen maar verder bij aan de mysterieuze en duistere sfeer van de film. Brando’s opmerkingen over de oorlog, veelal geïmproviseerd, mogen dan pathetisch klinken, ze doen nog altijd huiveren en slaan de spijker op de kop. Vele critici zeggen dat Brando helemaal niets presteert in Apocalypse Now en dat het niets met acteren te maken heeft. Deze kritiek is begrijpelijk, maar onterecht. Hoe hij het doet, is niet belangrijk, maar zijn aanwezigheid, letterlijk en figuurlijk!, bezorgt Apocalypse Now onvergetelijke en monumentale momenten die niet in de laatste plaats de legendarische status van deze film bepalen.

Steve McQueen, Robert Redford, Al Pacino, Jack Nicholson, James Caan, allen worden benaderd voor de rol van Willard (en die van Kurtz), maar zij weigeren om verschillende redenen. De opnamen beginnen dan met Harvey Keitel, maar die staakt al snel de opnamen. Hij is een zeer actieve en aanwezige acteur en wil zich niet schikken, volgens Coppola, naar de wens van de laatste om vooral een ‘observerende’ rol neer te zetten. Martin Sheen had Coppola geïmponeerd bij de casting voor de rol van Michael in Godfather II, maar kan in eerste instantie niet. Uiteindelijk accepteert Sheen de rol van Willard. Tijdens de opnamen krijgt Sheen, pas 36 jaar, een hartinfarct, waardoor alles weer voor lange tijd stil komt te liggen. Drie jaar na het beginnen van de opnamen, in 1979, komt de film uit, in een veel kortere versie dan Coppola aanvankelijk gepland had. Hij rechtvaardigt dit door te zeggen dat de oorspronkelijke versie zowel voor de producenten en het publiek ‘onverteerbaar’ was geweest. Bovendien is hij de kritiek en smalende houding van de Amerikaanse pers meer dan beu. De media in Amerika gniffelen over de chaotische en almaar langer durende opnamen en komen met titels als ‘Apocalypse Never’ or Apocalypse When?’ op de proppen om het opnameproces belachelijk te maken. Coppola zet hoog in met deze film over een hoogst controversieel thema als Vietnam, zo vers nog in het geheugen van de Amerikanen, en sommige Amerikaanse media laten niet na Coppola’s hoogdravende ambities af te zetten tegenover het rampzalige en schijnbaar amateuristische verloop van de opnames.
Het is uiteindelijk goed gekomen. Apocalypse Now wordt nu beschouwd als een van de beste films aller tijden. De film laat ons zien wat we niet willen zien en verkent de donkere plekken van onze ziel. Het gaat niet zozeer over oorlog, maar hoe oorlog waarheden over ons onthult die we liever niet ontdekken. Daarnaast is de film briljant vormgegeven door Vittorio Storaro: door het ‘plaatsen’ van vervagende beelden midden in scènes, wijde hoeken bij het filmen, het gebruik van contrasterende kleuren, close-ups en de afwisseling tussen geelachtige tint en schaduwen, treedt de kijker in het bewustzijn van Willard. Het publiek ervaart Willards perceptie van Vietnam en de omgeving. In 2001 komt Coppola met een vernieuwde en langere versie, Apocalypse Now Redux. In de visie van Coppola is dit zijn ‘gewenste’ versie en zij is bijna een uur langer. Daarnaast is de oude versie, aldus Coppola, traag en verouderd in klank en kleur. Eindeloos zijn de discussies over of de nieuwe scènes iets toevoegen aan het origineel. Wordt de film er beter of slechter van? Maar het lijkt er wel op dat Redux dichter ligt bij de thematische uitgangspunten die Coppola en de andere scriptschrijvers, John Milius en Michael Herr, oorspronkelijk voor ogen hadden.
In de klassieke betekenis gaat de Apocalyps over de strijd tussen goed en kwaad en hoe dat conflict leidt tot de ondergang van de wereld. De film laat ons uitgebreid zien hoe oorlog mensen ‘dehumaniseert’. Dit was een van de redenen waarom Coppola wilde dat Willard een ‘passieve’ en observerende persoon moest zijn. Coppola wil dat wij door Willards ogen ervaren wat de thematiek van de film is en hoe de uitgebeelde strijd tussen het rationele en het barbaarse terugkeert in de innerlijke strijd die Willard met zichzelf voert. We zien in het begin een man die zeer getroebleerd en verscheurd is. In bijna alle scènes zien we Willard geïsoleerd van de andere personen, zelden komt hij in beeld met anderen. Daarnaast lijken al zijn emoties slechts nog verbonden met de strijd in Vietnam, buiten dat conflict kan hij niets meer voelen. Maar sommigen hebben beargumenteerd dat de beginscène van de film in feite het einde is. We zien beelden die komende gebeurtenissen in de film aankondigen. Bovendien speelt hier het nummers van The Doors, The End. Willards gezicht wordt ondersteboven getoond en sommige van zijn uitspraken lijken te suggereren dat hij iets herbeleeft en tijd geen rol speelt. Het kan goed zijn dat we Willard zien NADAT hij Kurtz al vermoord heeft. In de voice-over spreekt Willard dan ook in de verleden tijd en lijkt hij alwetend. Willard komt over in de film als een passief en emotieloze persoon. Als een persoon waaruit alle menselijkheid verdwenen is, aan het einde van een proces dat tot zijn ontmenselijking heeft geleid.

Het thema van dehumanisering is een rode draad door de film. De klassieke scène (welke scène is niet klassiek in deze film!) waarin een helikopteraanval plaatsvindt, zien we de figuur van Bill Kilgore opduiken, onvergetelijk neergezet door Robert Duvall. De hele aanval is meesterlijk verfilmd en laat een onuitwisbare indruk achter op allen die hem gezien hebben. Een van de begeleiders van Willard is een bekende surfer, Lance, en Kilgore is eveneens een verwoed surfer. De plaats waar Kilgore Willard dient af te zetten, ligt onder vuur van de Vietcong, maar heeft ook een uitstekende branding en is daarmee geschikt voor surfen. Want, voor de rest is het ‘all goddamn beach break in this shitty country’, aldus Kilgore. Ondanks het grote gevaar voor zijn eigen troepen en de plaatselijke bevolking, besluit Kilgore de aanval in te zetten om samen met de door bewonderde surfer Lance te kunnen surfen. Een van zijn mannen sputtert nog tegen, maar Kilgore verzekert hem: ‘Charlie don’t surf!’ Voor Kilgore is oorlog een spel en dat komt omdat hij de Vietnamezen niet langer ziet als mensen van vlees en bloed, maar als een minderwaardige tegenstander die vernietigd moeten worden uit naam van vrijheid. En alles is daarbij geoorloofd. Kilgore lijkt te zijn weggelopen uit een stripverhaal en is een actieheld die altijd ongeschonden en als overwinnaar uit de strijd komt. Hij is een mens zonder substantie en moraal.
Coppola zoekt hier ook aansluiting bij Conrad wanneer de laatste spreekt over de Europese en ‘blanke’ minachting voor andere culturen. Conrad spreekt over ’the Company’ als de organisatie achter de handelsactiviteiten in Congo. ‘The Company’ is hier vervangen door de Amerikaanse overheid die zogezegd uit naam van vrijheid militair aanwezig is in Vietnam. De klassieke kolonisatie is vervangen door een ideologische variant daarvan, lijkt Coppola te willen zeggen. En deze ideologische kolonisatie zaait dood en verderf op een grootschalige industriële wijze en vernietigt waardevolle en inheemse culturen.
Op de vraag van Kilgore of de plaats in kwestie veilig is, antwoorden zijn mannen al in surftermen: zij weten dat dit het enige is wat hun commandant interesseert. Kilgore kent ook de naam van het dorp niet en zegt: ‘Is that goddamn village Vin Drin Dop or Lop? Damn gook names all sound the same’. Alle menselijke consideratie of interesse voor het lot van de Vietnamezen en hun levenswijze is compleet uit het denken van Kilgore verdwenen. En zij moeten vooral niet de vrijheid van Kilgore en zijn mannen de oorlog zo plezierig mogelijk door te komen verstoren. Bovendien gaat Kilgore de strijd aan met de Vietcong vanuit een superieure militaire positie en weet hij dat hij zijn eigen strijd niet kan verliezen. Teneinde het verzet definitief te breken en de kustplaats veilig te maken, laat Kilgore een napalmbombardement uitvoeren. Het is immers zijn kust. Hij is bezig met zijn eigen oorlog, zijn eigen spel. Na de aanval op het dorp, zien we Kilgore in blote bast zitten met zijn rug naar de slachtoffers en de geblakerde jungle. Dan volgt een van de beroemdste quotes ooit: ‘I love the smell of napalm in the morning’. Geen seconde staat hij stil bij slachtoffers of de schade die een dergelijk bombardement kan aanrichten, nee, hij beschrijft slechts de ‘schoonheid’ en sereniteit ervan. Willard roept dan ook verwonderd uit dat als Kilgore zo oorlog voert, wat kunnen we dan nog mogelijkerwijs voor bezwaren hebben tegen de daden van Kurtz? Willard benoemt zo de hypocrisie van de heersende moraal.
Apocalypse Now is bezaaid met verwijzingen naar zowel hindoeïsme, boeddhisme, Griekse mythologie en het christendom. Aan Redux is een aantal scènes toegevoegd dat de betekenis van deze verwijzingen lijkt te versterken. Hierboven spreken we over ontmenselijking door oorlog als voornaamste thema van de film en dat blijft ook in Redux het geval. Maar de ‘reis’ van Willard over de Nung-rivier kan beschouwd worden als een louteringsproces waarbij Willard vanaf zijn vertrek een aantal beproevingen doorstaat en uiteindelijk als een ‘bevrijd’ mens weer in het leven staat. De ontmoeting met Kurtz is de ultieme test voor Willard, waar Kurtz staat voor de duistere uithoek van Willards geest die de laatste moet confronteren en overwinnen. Ze zijn een en dezelfde persoon. Velen hebben gesuggereerd dat de scenarioschrijvers refereren aan het chakrasysteem uit het hindoeïsme. In dit systeem bestaan zeven vormen van energie die op verschillende plaatsen van het menselijk lichaam gelokaliseerd zijn. In elk van deze plaatsen kan ons bewustzijn zich bevinden. De laagste bronnen zitten rond de geslachtsorganen, terwijl de hoogste bron in het hoofd zit. De chakra’s spiegelen elkaar. Zo staat de vijfde bron tegenover de derde, waar materialisme, seksuele lust en het streven naar macht hun oorsprong vinden. De vijfde neutraliseert deze derde bron en de materiële verlangens worden vervangen door contemplatie en het streven naar innerlijke kennis. Het hoogste stadium, de zevende zorgt voor een volledige balans en heft de andere bronnen op. Degene die dit stadium bereikt, heeft alle aardse en lichamelijke lusten en plagen achter zich gelaten en is een met het universum. De innerlijke kennis zorgt ervoor dat men begrijpt dat alles dat bestaat, heilig is, inclusief de eigen persoon.
In het begin van de film spreekt Willard over de Nung rivier als een ‘energized snake’. Een mogelijke verwijzing naar de tantrische slang uit het chakrasysteem die de energiestromen begeleidt door de bronnen heen. De Nung-rivier is de ’tantrische slang’ van Willard wanneer hij zijn weg aflegt van de lage bronnen naar de hogere bronnen. Willard is in het begin een man beneveld door drank en doelloos in het leven. Later in de film wonen Willard en zijn mannen een Playboy Bunny show bij op een Amerikaanse basis bij het plaatsje Hau Phat. Dit is een fictief plaatsje en klinkt als ‘how fat’ in het Engels. Coppola schildert de Amerikaanse basis als een plaats van materiële en seksuele begeerten, als een equivalent van de derde chakra. Willard zondigt zich af van de menigte en lijkt verontwaardigd over wat hij ziet. De boot met Willards crew bereikt de laatste Amerikaanse basis in Vietnam, bij de Do Lung-brug. De derde chakra is gelegen dicht bij de longen en het lijkt erop dat Willards bewustzijn zich nu in de derde chakra bevindt, daar waar de strijd om de macht plaatsvindt. De Amerikanen herbouwen iedere dag de brug, terwijl de Vietcong hem iedere dag weer kapotschiet.

In een toegevoegde scene zien we Willard op een Franse plantage waar hij een kortstondige romance beleeft met de weduwe van een Franse soldaat, Roxanne. Zij vertelt hem dat er twee varianten van hem bestaan: eentje die moordt en eentje die liefheeft. Zij lijkt op een figuur uit de Griekse mythologie, Ariadne, de dochter van Minos. Ariadne geeft de koningszoon van Athene, Theseus, de kracht en richting de minotaurus in het Labyrint te doden. Roxanne wekt in Willard de compassie op om Kurtz’ kwaadaardigheid te weerstaan. De Nung-rivier is hier het labyrint en Roxanne wijst Willard definitief de weg. Verderop de rivier komt Willard langs een locatie waar op de kliffen tegenover elkaar Boeddhabeelden zijn uitgehouwd met gezichten die in tegengestelde richtingen kijken. Deze gezichten belichamen het boeddhistische principe van tegenovergestelde paren en verwijzen naar het innerlijk conflict in de mens. Het zijn twee kanten van ieder mens en hier zijn Willard en Kurtz van een en dezelfde oorsprong. Willard ontstijgt de materiële, zelfzuchtige en gewelddadige wereld, daar waar Kurtz gevangen blijft, net zoals in het boek van Conrad, in zijn zucht naar macht en alles wil vernietigen dat hem dwarszit. Kurtz heeft in zijn lucide waanzin de hypocrisie van de moraal en de machthebbers doorzien, maar kan zichzelf niet bevrijden en vindt geen compassie. Kurtz weet wel en verlangt er zelfs naar dat Willard hem gaat verlossen van zijn obsessies en dierlijke instincten als de laatstgenoemde hem zal doden.
In de film zien we Willard Kurtz vermoorden en tegelijkertijd vindt de rituele slachting van een stier door de inlanders plaats. Het doden van het dier symboliseert het verdwijnen van dierlijke instincten in Willard en maakt zijn transcendentie naar de hoogste energievorm compleet. Als Willard na zijn daad terugkeert naar de boot, klinkt op de radio de stem van ‘Almighty’. Willard zet de radio echter uit. We zien nu in het beeld verschijnen het gelaat van Willard naast het beeld van Boeddha. Maar in tegenstelling tot het begin van de film, staat het gelaat van Willard niet op zijn kop en schuift het langzaam in de richting van Boeddha. Willard komt tot harmonie met zijn innerlijk en de wereld om hem heen.
Apocalypse Now lijkt nu bijna wel een religieus pleidooi voor verheffing van de mens, maar ik geloof niet dat Coppola dat wil. De Apocalyps is hier het conflict in ons eigen ‘hart van duisternis’ en niet de strijd op metafysisch niveau tussen goed en kwaad. Zoals Willard herrijst uit het water om Kurtz te doden, zo kunnen wij een geestelijke loutering beleven door naar binnen te kijken en net zoals Boeddha tot verlichting komen. Bovendien gebruikt Coppola symbolen uit verschillende religies om aan te geven dat geen enkele religieuze leer superieur zou zijn tegenover de andere en dat het overwinnen van onze basale en dierlijke instincten dwars door alle culturen heen speelt. Wanneer we tot zelfinzicht komen, kunnen we wapens afleggen en zonder een almachtige onze weg naar werkelijke beschaving voortzetten, zoals Willard doet wanneer hij op de boot de radio uitzet.